In deze editie van 'Leden aan het woord' spreken we met Tim Rietmeijer van KWS
"We willen het punt bereiken waarop een project een systeem wordt dat panklaar kan worden gerealiseerd in iedere gemeente. Dat het volstrekt helder is hoe alles werkt en wat de veiligheidsrisico’s zijn. Alles om een brede implementatie te vergemakkelijken"
Stel jezelf en jullie bedrijf voor
Tim Rietmeijer: KWS bestaat al meer dan 120 jaar. We houden ons bezig met grond-, weg- en waterbouw en hebben verschillende asfaltmolens, verspreid over het hele land. We zijn een decentraal bedrijf, met 6 vestigingen en 1 hoofdkantoor. Ik ben sinds vijf jaar in dienst bij KWS als Adviseur Duurzaamheid op de vestiging Amsterdam-Utrecht. Sinds juli van dit jaar werk ik de helft van mijn werktijd voor het hoofdkantoor in Vianen.
Sinds wanneer zijn jullie lid van ENI en waarom zijn jullie lid geworden?
In 2020 zijn wij lid geworden. Sindsdien heb ik aan verschillende werkgroepen deelgenomen, waaronder ‘Laadinfra’ en ‘Veiligheid op de bouwplaats (batterij-elektrisch)’. Intussen zijn wij ook aangeschoven bij de werkgroep ‘Waterstof op de bouwplaats’. Door als koploper lid te worden van ENI ga je onvermijdelijk tegen problemen aanlopen. Dat is ook logisch als je iets nieuws probeert. Verhalen uit de praktijk laten zien dat dit voor anderen ook zo is. Maar we delen ook kennis over dingen die juist goed gaan. Ik heb zeer concrete lessen geleerd die ik intern heb doorgespeeld naar onze eigen bouwplaatsen. Ook m.b.t. het opstellen van beleid rond het laden van elektrisch materieel.
ENI heeft dus een mooie rol in het delen van kennis en maakt het mogelijk om blokkades te identificeren voordat wij er zelf tegenaan lopen. De leden van ENI zijn ook allemaal heel open in het delen. De stichting wordt gedragen door de mensen die er allemaal dicht op zitten en die gelijk goed willen innoveren. Die houden de kaarten minder op de borst dan binnen de branche gebruikelijk is.
Waar staan jullie op dit moment qua emissieloos bouwen? Licht een mooi project uit
We zijn met onze vestiging druk bezig om binnen de gemeente Amsterdam en de gemeente Utrecht te verduurzamen. In Amsterdam doen we met het project ‘Houthaven’ veel emissieloos. Daar gebruiken we onder andere elektrische scooters en golfkarretjes. Sinds kort draait daar ook de elektrische shovel van Volvo. Tevens staat er een elektrische rups- en autokraan.
Een ander project waar we nu mee bezig zijn, is de ‘Emissieloze bouwplaats op waterstof’, een project dat in drie fasen verloopt. Ten eerste Waterstofkeet, waarbij het de bedoeling is om de directiekeet op waterstof te laten draaien. Volgend jaar gaan we opschalen naar fase twee, waarbij we een hele bouwplaats emissieloos willen laten draaien op waterstof. Met behulp van een zwaarder waterstofbrandstof-celaggregaat willen we onze emissieloze asfaltset opladen. Daarmee willen we dan gaan asfalteren in Amsterdam in het kader van innovatie en verduurzaming, richting onze emissieloze doelstelling van 2030.
Waar lopen jullie nog tegenaan als het om emissieloos bouwen gaat?
Emissieloos bouwen gaat ons steeds beter en makkelijker af. Toen ik in 2019 bij KWS kwam werken als Adviseur Duurzaamheid, werd er door de gemeente gezegd: 'Jullie hebben een duurzame belofte gedaan. Regel het maar en zorg dat het werkt’. Nu merk je dat er ook bij de gemeente een omslag is en zij zelf duurzaamheidsadviseurs in dienst hebben genomen. Daardoor is het emissieloos werken veel makkelijker geworden. Een van de eisen van de gemeente Amsterdam is dat dieselmaterieel gaandeweg wordt uitgefaseerd. We merken dat we met de batterijpakketten steeds beter kunnen voorzien in het opladen van ons elektrisch materieel. Daarnaast kunnen we ook gebruikmaken van de beschikbare laadpalen.
Wat heeft ENI tot nu toe voor jullie kunnen betekenen hierin?
Alle informatie die uit de werkgroepen naar voren komt, deel ik binnen het bedrijf. Daardoor kunnen we richting andere vestigingen alles goed onderbouwen met kennis en een casus. Voor ons project ‘Waterstofkeet’ hebben wij veel aan de werkgroep ‘Waterstof op de bouwplaats’ gehad.
Hebben jullie nog tips waar we mee aan de slag kunnen gaan de komende tijd?
Misschien is een open demodag een mooie toevoeging. Vooral voor de kleinere bedrijven. Bij ENI zijn er grote, middelgrote en wat kleinere bedrijven lid. Je zou een soort seminar op een centrale plek in het land kunnen organiseren, waarbij de kleinere bedrijven kunnen zien wat er speelt en wat er te koop is.
Zelf zijn we bezig een toolbox op te zetten om de mensen in het veld te helpen met waar je op moet letten bij het laden van elektrisch materieel. We zijn op zoek naar een toolbox waarmee we duidelijk kunnen uitleggen hoe een machine werkt. Dan heb ik het specifiek over zwaar materieel met hoge voltages. Waar moet je op letten als je ervoor wil zorgen dat het emissieloze materieel net zo gemakkelijk ingezet kan worden als een verbrandingsmotor- of dieselstuk? We merken nu vaak dat het wennen is. Dan wordt er al snel teruggegrepen naar het oude vertrouwde. Men denkt: ‘doe mij maar de verbrandingsmotor, want dat werkt gewoon beter.’ Ik denk dat duidelijke informatie en een goede voorbereiding ervoor kunnen zorgen dat mensen sneller overtuigd raken.
Wat kunnen jullie voor andere ENI-leden betekenen?
De kennis en ervaringen die wij opdoen met onze projecten op het gebied van waterstof willen wij graag delen met andere ENI-leden. Dat heb ik ook afgesproken voor de volgende werkgroepsessie. Uiteindelijk willen we - wanneer we alle data hebben - kunnen concretiseren wat het effect is: wat werkt wel en wat werkt niet? En natuurlijk: hoeveel kost het? Want over de kosten van waterstof heerst nog veel onduidelijkheid. We willen het punt bereiken waarop een project een systeem wordt dat panklaar kan worden gerealiseerd in iedere gemeente. Dat het volstrekt helder is hoe alles werkt en wat de veiligheidsrisico’s zijn. Alles om een brede implementatie te vergemakkelijken.
Het is 2026... Waar staan we als Nederland m.b.t. emissieloos bouwen?
De tijd gaat hard. We zitten alweer bijna in het najaar van 2024. Maar de ontwikkeling van de technologie gaat ook hard. De elektrische voertuigen zijn daar een mooi voorbeeld van. De voertuigen van 2019 gingen maar 180 kilometer mee op een volle accu. Nu rollen er wagens van de band die 400 of 500 kilometer meegaan. Hetzelfde geldt voor elektrisch materieel: je kunt steeds meer doen op één acculading. Het aanbod wordt ook breder. Ik denk dat de toekomst tweeledig zal zijn: deels batterij-elektrisch en deels groene waterstof. Mijn voorspelling? Met een combinatie van die twee middelen kunnen we in 2026 onze emissieloze bouwplaats inrichten.