In deze editie van 'leden aan het woord' gingen we in gesprek met Tijmen Augustijn en Thomas Hieltjes van EOX Tractors.
EOX Tractors staat bekend om de uitstootvrije tractors. Ze draaien op batterijen of op waterstof. Ze gebruiken dus geen traditionele aandrijflijn voorzien van een elektromotor. In plaats daarvan hebben ze hun eigen aandrijflijn ontwikkeld, met motoren in de wielen.
Lees er alles over in dit interview.
Stel jezelf en jullie bedrijf voor.
Thomas: ik ben verantwoordelijk voor het commerciële gedeelte bij EOX Tractors. Het bedrijf staat bekend om de uitstootvrije tractors. Ze draaien op batterijen of op waterstof. Wij gebruiken dus geen traditionele aandrijflijn voorzien van een elektromotor. In plaats daarvan hebben we onze eigen aandrijflijn ontwikkeld, met motoren in de wielen. Daardoor zijn we een stuk efficiënter.
Tijmen: ik ben directeur bij EOX Tractors. Ik ben hier aan boord gekomen vanuit een persoonlijke motivatie: het is zo’n uniek technisch product, dat de kans moet hebben om volwassen te worden. Er is veel potentie. De truc is nu om het bij elkaar te krijgen en het product tot een succes te maken. Daar wil ik graag mijn steentje aan bijdragen.
EOX Tractors is een doorstart van H2Trac. Er is in ruim 10 jaar tijd veel kennis opgedaan en technologie ontwikkeld. Wij bouwen daar nu op voort. Dat doen we met een andere strategie: behalve het ontwikkelen, produceren en leveren we de systemen nu ook. Waar voorheen vooral aan de techniek gebouwd werd, bouwen we nu ook aan het bedrijf.
Elektrificatie vindt nu vooral plaats bij de kleinere tractoren en machines. Bij het grotere segment zie je vanuit fabrikanten nauwelijks beweging, afgezien van een paar pilotprojecten of studies waarin onderzoek gedaan wordt naar alternatieve brandstoffen. De zelf ontwikkelde aandrijflijn maakt ons bedrijf uniek. Vanaf het lege vel papier zijn wij begonnen om het hele systeem te ontwikkelen. We hadden dan ook alle vrijheid om het zo efficiënt mogelijk in te vullen. Nu zijn we op een bijzondere positie gekomen met wat we in de markt kunnen zetten: uitstootvrije machines met een hoog vermogen.
Sinds wanneer zijn jullie lid van ENI en waarom zijn jullie lid geworden?
Thomas: in de infrasector is er een grote behoefte aan emissieloos materieel. Binnen ENI horen we hoeveel er nog ontdekt moet worden, omdat ontwikkeling altijd vooruitloopt op wet- en regelgeving. Dat betekent dat er nog een standaard moet worden ontwikkeld. Het liefst doe je dat samen met anderen: met klanten of potentiële klanten, maar ook met collega-machinebouwers. Dat zou tot regelgeving moeten leiden. Als je kijkt naar de leden van ENI en de activiteiten die worden ontplooid, dan sluit dat heel mooi aan bij wat er relevant is en waar wij als organisatie, maar ook onze gebruikers bij gebaat zijn.
Waar staan jullie op dit moment qua emissieloos bouwen?
Thomas: de ontwikkeling en de bouw van de tractoren vormen ons project. De vraag is: wanneer gaat de klant die tractoren inzetten? Op dit moment kunnen we nog niet uitweiden over een concreet bouwproject waarvan we weten dat de tractor daar zal gaan rijden. Wel kunnen we delen dat de waterstoftractor de komende periode voor brede veldtesten wordt ingezet bij activiteiten die in de bouw heel gebruikelijk zijn. De afgelopen weken hebben we de productie opgestart van twee volelektrische EOX-tractoren, die allebei actief gaan zijn in de bouw- en infrasector.
Waar lopen jullie nog tegenaan als het om emissieloos bouwen gaat?
Thomas: bij de ontwikkeling van onze tractoren hebben we als uitgangspunt dat ze een hele dag inzetbaar moeten zijn. Het is bij een tractor wel wat lastiger in te schatten, want de werkzaamheden zijn heel divers. Daarom wordt er ook voor een tractor gekozen: je kan er alles mee. Het is niet voor niets dat we zowel een volektrische als een waterstofvariant hebben. Op de ene plek is de laadinfrastructuur toegankelijker en op een andere plek is het beter met waterstof te rijden. In de binnenstad is waterstof juist lastiger, vanwege de vergunningen voor het gebruik ervan.
Tijmen: er is voortdurend contact met andere leveranciers over het laden. We proberen de markt te volgen om te kijken waar de oplossingsroutes zitten. Elektrische tractoren moeten ’s nachts opgeladen worden. De vraag is hoe je de energie die overdag aanwezig is, ’s nachts opslaat. Daar zijn oplossingen voor beschikbaar op de markt. En anders zeggen we: ga voor waterstof. Kies ervoor om lokaal waterstofstacks neer te zetten. We schieten al snel in de gordijnen als het woord ‘waterstof’ valt, alsof het allemaal gevaarlijk is. Maar waar gaat het nu eigenlijk echt om? Hoe spannend is het eigenlijk? Laten we vooral kennis delen, zodat mensen de juiste keuzes kunnen maken, in plaats van het meest veilige scenario kiezen.
Wat heeft ENI tot nu toe voor jullie kunnen betekenen hierin?
Tijmen: de worstelingen die je meemaakt als koploper, worden herkend door anderen. Dat vond ik prettig aan de gesprekken. Je staat er niet alleen voor. Samen vind je ingangen en oplossingen. De problemen zijn dus niet uniek en zelfs herkenbaar. Wij zitten hier op een terrein met andere ENI-leden, dus we kunnen makkelijk zaken bespreken.
Thomas: we hebben nieuwe contacten kunnen leggen. Concrete samenwerkingen zijn er nog niet, maar die zitten er wel aan te komen. Tijdens de livesessie van VDL had ik een mooi gesprek over accupacks en de verschillende soorten stekkers die daarbij horen. Door op die manier kennis uit te wisselen, help je elkaar en eigenlijk de hele industrie verder.
Hebben jullie nog tips waar we mee aan de slag kunnen gaan de komende tijd?
Tijmen: misschien moeten we richting overheden een richtlijnendocument opstellen om te zorgen dat individuele ambtenaren begrijpen waar het over gaat, zodat de juiste keuzes worden gemaakt over bijvoorbeeld het afgeven van vergunningen.
Thomas: wellicht is het ook goed om een whitepaper te hebben met positieve praktijkervaringen. Dan kun je voorkomen dat zaken die zich al bewezen hebben in de praktijk simpelweg door onwetendheid worden tegengehouden. Dat we laten zien: we kunnen het, het is niet zo spannend en we hebben al veel geleerd.
Wat kunnen jullie voor andere ENI-leden betekenen?
Tijmen: wij hebben een product waar mogelijk veel vraag naar kan zijn bij andere ENI-leden. Wij hebben namelijk dé oplossing voor heavy offroad vehicles. Daarnaast kunnen we elkaar helpen met bijvoorbeeld technische problemen. Het zou gek zijn als we overal hetzelfde apart van elkaar gaan uitvinden. Dat past niet bij kennismaatschappij Nederland.
Thomas: het zal enorm helpen om samen richting een standaardisatie te werken. Het is goed om met collega-machinebouwers in gesprek te blijven om te kijken of je naast kennis ook technologie kunt delen.
Het is 2026... Waar staan we als Nederland m.b.t. emissieloos bouwen?
In ieder geval een stuk verder dan de rest van de wereld. We hebben in Nederland bewezen dat emissieloos bouwen werkt en economisch duurzaam kan zijn. Uiteindelijk is dat ook een drive. De problemen die er nu zijn, kunnen op relatief korte termijn worden opgelost.