ENI leden aan het woord

Interview met Jurre van Kruijssen, Lead mechanical engineer bij Hakkers

05-10-2023

Met welke ontwikkelingen binnen de energie transitie is Hakkers op dit moment bezig, waar staan ze qua emissieloos bouwen en waarmee kunnen ze andere ENI leden verder helpen? Je leest er alles over in dit interview met Jurre van Kruijssen. 

Stel jezelf en jullie bedrijf voor.

Ik ben Jurre van Kruijssen. Sinds januari werk ik bij Hakkers. In het verleden heb ik op de Zeevaartschool gezeten en daarna ben ik als machinist in de scheepvaart aan het werk gegaan. Bij Hakkers ben ik werkzaam als Lead Mechanical Engineer. In die hoedanigheid buig ik mij voornamelijk over al het nieuwe materieel. Waar dat mogelijk is, gaan wij voor emissiearm en emissieloos.
Hakkers is een echt familiebedrijf. Dat merk je als je er rondloopt: de lijntjes zijn kort. De grootste tak van sport is nog steeds vanaf het water met schepen grote constructies bouwen. Ook maken we grote staalconstructies en hebben we een tak funderingstechniek, die gespecialiseerd is in verankering en fundering. Hakkers heeft in totaal 180 werknemers.

Sinds wanneer zijn jullie lid van ENI en waarom zijn jullie lid geworden?

Sinds januari 2021 zijn we lid. Vanaf het begin eigenlijk. Eerst om te kijken naar gezamenlijke inkoop, maar al snel merkten we dat je er ook andere dingen uithaalt, zoals van elkaar leren en echt een gevoel krijgen voor de hele transitie: waar kunnen we bijdragen? Het helpt enorm dat je het met zijn allen doet en dat niet iedereen op een eigen eilandje zit, maar dat er actief aan kennisuitwisseling wordt gedaan. Dat zorgt voor een versnelling van de transitie.

Waar staan jullie op dit moment qua emissieloos bouwen? 

Aan de ene kant staat het emissieloos bouwen nog in de kinderschoenen. We hebben allerlei plannen en ideeën die nu langzaam maar zeker een beetje tot uiting komen.
De grootste boost hiervoor was het project ‘Rijnkade’ in Arnhem. Daar zijn we met een dijkverzwaring bezig. De gemeente Arnhem wilde dit grotendeels emissieloos doen. Dat heeft ons aangemoedigd om een grote ankerboormachine volledig te elektrificeren. Daarnaast hebben we een elektrische graafmachine gekocht. Ook ons kraanschip ‘Ibis’ kunnen we emissieloos laten opereren.

Verder hebben we nog ons prestigeproject, de ‘Jan’, nu nog in aanbouw bij een werf in Groningen, maar binnenkort afgebouwd in Hendrik-Ido-Ambacht. Dan hebben we een volledig emissieloos werkschip van 33 meter.



We hebben een diesel-elektrisch schip, de ‘MS Noordzee’, dat we gebruiken voor het zware heiwerk. Aan dat schip willen we elektrische aanpassingen doen, zodat we daar batterijcontainers aan dek kunnen plaatsen. De voortstuwing is al elektrisch. Verder zijn we voornemens om ons schip de ‘MS Adriaan’ om te bouwen tot een hybride schip, zodat we die ook emissieloos kunnen laten draaien. We zitten nu in een verkennende fase daarvoor.

Waar lopen jullie nog tegenaan als het om emissieloos bouwen gaat?
Hoe zit het bijvoorbeeld met laden?


Bij het project ‘Rijnkade’ kunnen we gebruikmaken van een enorme aansluiting, omdat er ook een grote cruise terminal voor de binnenvaartschepen komt. Bij andere projecten zien we dat het ingewikkelder wordt, omdat er veel meer gerekend moet worden. Dan moeten we bijvoorbeeld met batterijpakketten gaan werken om alles op te kunnen laden. Verder kijken we wat er in de nabije toekomst mogelijk is met betrekking tot waterstof. We proberen verschillende manieren van emissieloos werken uit: welke logistieke uitdagingen zijn er? Welke vergunningen moeten we aanvragen? Op die manier proberen we te anticiperen op de veranderingen, zodat we er klaar voor zijn als alles straks emissieloos móet.
Waar we in het algemeen vooral nog tegenaan lopen, is dat de investering erg groot is. Met het elektrificeren van bouwmaterieel ben je afhankelijk van de partners die je daarin vindt. Ik denk dat de markt nog flink moet groeien.

Wat heeft ENI tot nu toe voor jullie kunnen betekenen hierin?

Bij een event in Bussum heb ik ervaren hoe prettig het is om met de opdrachtgevers te praten: hoe denken zij over de plannen voor emissieloos? En omgekeerd horen zij dan van onze kant hoe de uitwerking van die plannen eruitziet en welke problemen er in de praktijk bij komen kijken. Die dialoog is nuttig voor alle partijen. Ook staat mij een gesprek bij van de werkgroep ‘Veiligheid op de bouwplaats’. Hoe zijn de elektrische bouwplaatsen ingericht en wie is er verantwoordelijk voor? Het is belangrijk om die kennis uit te wisselen.

Heb je nog tips waar we mee aan de slag kunnen gaan de komende tijd?

Ik wil graag benadrukken dat het contact via ENI met de opdrachtgevers erg zinvol is en hoop dat dit op dezelfde wijze wordt gecontinueerd. Verder wil ik op iets anders wijzen: de standaardisering van aansluitingen en systemen. Je ziet dat daar nog veel variatie in is. Het proces zou er baat bij hebben als dit eenduidiger wordt.

Wat kunnen jullie voor andere ENI leden betekenen?

Wij staan er altijd voor open om te sparren. Hoe pakken wij het aan en hoe pakken anderen het aan? Mocht er in de toekomst vanuit een aanbesteding zich de mogelijkheid voordoen om gezamenlijk spullen in te kopen, om zo sterker in de markt te staan, dan zou dat mooi meegenomen zijn.

Het is 2026... Waar staan we als Nederland m.b.t. emissieloos bouwen?

Dan bouwen we nog niet volledig emissieloos, gok ik zo. Ik hoop dat er meer ruimte op het elektriciteitsnet is, maar als ik de voorspellingen mag geloven, zal dat tegen die tijd nog niet veel beter zijn. Om dat te ondervangen hoop ik dat er een duidelijke lijn komt in de opdrachten van de verschillende opdrachtgevers. Zodat je beter weet wat er verwacht wordt en wat de mogelijkheden zijn.
Ik verwacht wel dat er meer spelers op de markt komen met oplossingen voor elektrificatie van materieel en dat daardoor de prijs van onder andere batterijen verder zal zakken. Wellicht zullen de verdere ontwikkelingen met betrekking tot waterstof ook helpen. Maar ik denk dat er nog een lange weg te gaan is voordat we echt emissieloos bouwen.



Zijn er nog andere zaken die je wil aanstippen?

Een project waarvan we dachten dat het niet zoveel zou voorstellen, heeft toch een verrassend grote impact gehad. We hebben een manier gevonden om op één bouwplaats tussen de 500 en 600 liter diesel per week te besparen door in plaats van een aggregaat te laten draaien, zonnepanelen i.c.m. een batterijpakket te gebruiken. We hadden niet verwacht dat dit zo goed zou werken!

Deel dit nieuwsbericht

« Terug naar overzicht

Emissieloos Netwerk Infra maakt gebruik van Cookies

Geef per categorie de keuze voor het gebruik van cookies aan. Wij hebben de cookies van Google Analytics volledig geanonimiseerd en daarom mogen wij die plaatsen zonder toestemming.

In onze Privacyverklaring is hier meer over te lezen. Graag de beste website ervaring? Vink dan alle vakjes aan.

OK